Dubbel Mono

zondag, januari 31, 2010

 
Nicolai Dunger – Play

Een stuk of vijftien platen heeft Nicolai Dunger op zijn naam staan, wat een score oplevert van ongeveer een album per jaar sinds 1996. Dunger is een allesvreter en daarom niet altijd makkelijk te volgen en te genieten. Van experimentele knip-en-plakmuziek, via jazzy uitstapjes en akoestische kampvuurliedjes tot de netjes gearrangeerde liedjes waar Play vol mee staat.



Als we al die albums op een rijtje leggen en de experimentele uitstapjes opzij leggen, dan is Play weer een relatief gewoon album, net als doorbraakplaat uit 2004, Tranquil Isolation, maar dan grootser en ambitieuzer opgezet (de arrangementen, de productie, de hulp van Nina Persson).
Lees verder...
|| 6:55 a.m.

woensdag, januari 27, 2010

 
The Morning Dew - At Last 1968-1970

Met de release van At Last is het verzameld werk van de legendarische band The Morning Dew compleet. Eerder verscheen al No More, waarop hun vroege singles en niet eerder uitgebracht materiaal te horen was. Maar die cd was niet meer dan de opmaat naar het hoogtepunt uit de carrière van The Morning Dew, de elpee At Last uit 1970.



De hoes is voor ons Nederlanders niet zo schokkend (denk maar aan de PSP-verkiezingsposter uit 1971), maar wel kenmerkend voor die tijd: naakte hippies in de vrije natuur. Opener "Crusader’s Smile" zet wat dat betreft ook mooi de toon: 'I play my guitar to make people happy'. Toch is het geen flauwe bloemetjesmuziek die The Morning Dew maakte. Met hun ene been stonden ze nog in de rauwe garagerock van de jaren zestig, met hun andere been in een soort proto-hardrock.
Lees verder...
|| 11:59 a.m.

zondag, januari 24, 2010

 
VA - Psychedelic States: Mississippi in the 60s

De achttiende verzamelaar die reissuelabel Gear Fab wijdt aan één van de vijftig staten van de VS behandelt Mississippi. Alsof de Magnolia-state nog geen muzikale geschiedenis genoeg heeft, krijgen op Psychedelic States: Mississippi in the 60s een heleboel voetnoten en voetnootjes de aandacht.



Want vergis je niet, Mississippi is niet alleen de plek waar grootheden als Robert Johnson, BB King, Jimmie Rodgers en Elvis Presley (en vooruit, ook Britney Spears) hun wortels hebben liggen. Zoals overal in de Verenigde Staten werden ook in deze zuidstaat de garages leeg geruimd zodat zoon- (en soms dochter-)lief zich kon uitleven in bandjes.
Lees verder...
|| 1:53 a.m.

donderdag, januari 21, 2010

 
Platenkasten!

De nieuwste aanwinst bestaat uit de zelfbouwkasten van Bob Bruyn.





|| 11:56 a.m.

 
Bart de Win - The Simple Life

Het voordeel van het jaren lang als sidekick fungeren, is dat je ook een mooie lijst aan gastmuzikanten kunt presenteren als je zelf een album gaat maken. Bart de Win speelt niet alleen al jaren in jazzcombo’s, als toetsenist voor anderen (Stevie Ann, Gert Vlok Nel, Gé Titulaer), maar ook bijvoorbeeld in de band van Gerard van Maasakkers, De Vaste Mannen.



Het zijn deze Vaste Mannen die ook de band vormen waar nu Bart de Win de leider van is. Toch is het niet die lijst van al dan niet beroemde muzikanten die opvallen bij het beluisteren van Bart de Wins debuutplaat The Simple Life. Natuurlijk, Bart-Jan Baartmans speelt prachtig gitaar en Izaline Callister zingt fabelachtig mee in het duet "The Promised Land". Maar de hoofdrol wordt toch echt gespeeld door de piano en stem van Bart de Win zelf.
Lees verder...
|| 11:51 a.m.

zondag, januari 17, 2010

 
Royal Bangs - Let It Bleep

Nonchalant als Pavement, dansbaar als Radio 4 en weerbarstig als The Rapture, zie daar de kortst mogelijke omschrijving van Royal Bangs. En oh ja, wat ze vooral gemeen hebben met Pavement is het vermogen om uiterst prettige liedjes te schrijven zonder dat het ze moeite lijkt te kosten.



Het door File Under schandalig genegeerde debuut We Breed Champions zette de toon, maar opvolger Let It Beep zou weleens de aanstichter kunnen zijn van een kleine hype rond deze band uit Knoxville, Tennessee. Hun geluid is hipper dan hip: een slimme mix van indie, scheve postpunkgitaren en dito koebellen ("My Car Is Haunted"), overgoten met elektronica (de Beep uit de titel, inderdaad) en aangevuld met toefjes synthpop ("Brainbow") en overstuurde garagerock ("Shit Xmas").
Lees verder...
|| 2:17 a.m.

woensdag, januari 13, 2010

 
Mark Stuart and The Bastard Sons - Bend in the Road

Eerlijk gezegd dacht ik dat The Bastard Sons of Johnny Cash al een tijdje geleden het bijltje er bij neer hadden gegooid. Maar wat blijkt nu: voorman Mark Stuart heeft zijn band omgedoopt tot The Bastard Sons en er zijn eigen naam voor geplakt.



Onder deze naam brengt hij ons een nieuwe plaat, die we toch maar geen debuutplaat zullen noemen. Niet alleen klinkt het album daarvoor teveel naar zijn vorige band, maar iemand die al zo lang meegaat en al zo lang zo veel optredens doet mag je niet zomaar als nieuweling begroeten. Toch lijkt het even alsof Bend in the Road wel degelijk een nieuwe start is.
Lees verder...
|| 11:25 a.m.

maandag, januari 11, 2010

 
Brian Harnetty & Bonnie Prince Billy - Silent City

Laat je niet voor de gek houden: Silent City is een nieuwe plaat van Brian Harnetty. Will Oldham - Bonnie 'Prince' Billy - verzorgt de vocalen op een aantal tracks, maar het is onduidelijk in hoeverre de muziek van hen samen is. Of beter: in hoeverre de samples die Harnetty verzameld heeft door hen beiden bewerkt zijn.



Brian Harnetty kreeg bekendheid met zijn vorige cd, American Winter waarop hij opnames uit een archief haalde van liederen uit de Appalachen. Deze opnames bewerkte hij weer tot nieuwe nummers. Maar het meest bijzondere was: hij gebruikte fouten, mislukte inzetten, gespreksfragmenten en dergelijke om zijn tracks een bijzondere richting te geven.
Lees verder...
|| 11:35 a.m.

zondag, januari 10, 2010

 
Jeffrey Frederick and The Clamtones - The Resurrection Of Spiders in the Moonlight

Het verhaal van Jeffrey Frederick is er eentje van de onbegrepen grapjas met pech: verschillende bands die het net niet maakten, een vaste aanstelling in een club die prompt moest sluiten na een valse beschuldiging van drugsgebruik, tournees die onderbroken werden door arrestaties (Jeffrey trad op in dameskleding in Texas) en boze inwoners van Alabama (hij zong de gospel "Let Me Down": 'Take these nails right out of my hands/And I swear you will get to the promised land/All your sins are forgiven/now let me down').



Misschien zit ‘m daar de makke van zijn onbekendheid: hij draagt teveel het imago van de onverbeterlijke lolbroek met zich mee. Zijn muziek, lichtvoetige barband rock ‘n’ roll, vermengd met country, lijkt te weinig soortelijk gewicht te hebben. Daarbij overleed Jeffrey Frederick ook nog eens veel te jong: hij was pas 47 toen hij 1997 stierf met eigenlijk slechts één volwaardig solo-album op zijn naam: The Resurrection Of Spiders in the Moonlight.
Lees verder...
|| 5:21 a.m.

donderdag, januari 07, 2010

 
Heavy Trash - Midnight Soul Serenade

Jon Spencer is het ultieme voorbeeld van iemand bij je nooit weet hoever de tong in de wang steekt. Is het nu allemaal pure, postmoderne ironie, of is het gewoon uit de hand gelopen liefde? Of zijn die twee in zijn geval gewoon hetzelfde?



Nu Jon Spencer Blues Explosion nauwelijks meer voor naschokken zorgt, is het Heavy Trash dat het grootste deel van zijn aandacht opeist. En terecht. Want de derde plaat van Heavy Trash, Midnight Soul Serenade, bewijst dat de band die hij deelt met Matt Verta-Ray net zoveel succes verdient als de Blues Explosion.
Lees verder...
|| 12:58 p.m.

maandag, januari 04, 2010

 
Doveman - The Conformist

De eeuwig fluisterende Thomas Bartlett is zo’n muzikant bij wie je altijd afvraagt wat nou zijn reden van bestaan is. Is ‘ie een sessiemuzikant of gaat het hem om zijn soloprojecten? Als toetsenist Thomas Bartlett duikt hij op bij onder (veel) meer The National, Bebel Gilberto, Martha Wainwright, David Byrne, Yoko Ono en Antony and the Johnsons.



Naast deze drukke baan als sidekick, maakt hij onder de naam Doveman al een tijdje mooie, verstilde platen. Wederdiensten rulen, dus vinden we een aardige lijst gastmuzikanten op zijn nieuwste, The Conformist: Beth Orton, Martha Wainwright, leden van The National en Norah Jones, om er maar een paar te noemen. Toch is Thomas Bartlett de baas.
Lees verder...
|| 11:52 a.m.

zondag, januari 03, 2010

 
Marta Kubišová – Ne! The Soul of Marta Kubišová

Politiek en muziek vormen meestal geen al te gelukkige combinatie. Over politiek zingen betekent meestal protestliederen en dat betekent meestal dat de inhoud de vorm inhaalt (uitzonderingen daargelaten). Ik vrees dat het ook geldt voor Marta Kubišová. Voor haar werd het zowiezo een sneu verhaal.



In de tweede helft van de jaren zestig beleefde ze haar hoogtijdagen. Afkomstig uit het communistische Tsjechoslowakijke dat op dat moment een tijd van verlichting kende, trad ze op tot in het Olympia in Parijs. Helaas protesteerde ze net iets teveel tegen het regime, zodat in 1970, toen de landen van het Warschau Pact ‘het communisme met een menselijk gezicht’ te ver vonden gaan, ze een beroepsverbod kreeg. Einde carrière.
Lees verder...
|| 4:58 a.m.